Om gebruikers te waarschuwen of patiënten makkelijk te identificeren, kunt u werkbalkkleuren of pop-up opmerkingen instellen. Er wordt gebruikt gemaakt van query sjablonen om te bepalen of een patiënt aan een bepaalde voorwaarde voldoet. Als de patiënt aan deze voorwaarde voldoet wordt een pop-up opmerking weergegeven of wordt de werkbalkkleur aangepast.
Patiënttriggers / werkbalkkleuren instellen
Ga naar Configureren - Patiëntendossier.
Klik op ‘Triggers voor patiënt instellen’.
Op het ‘Triggers voor patiënt instellen’ scherm kunt u triggers toevoegen of verwijderen en de volgorde van triggers instellen.
Om een trigger toe te voegen, klik op:
Selecteer de query sjabloon die u wilt gebruiken (zie ook Contactlijst query sjabloons maken of wijzigen) en klik op ‘OK’
Op het ‘Query voor patiënttrigger bewerken’ scherm kunt u nu kiezen tussen een pop-up opmerking of de werkbalkkleur instellen. Klik op ‘OK’ nadat u het heeft instelt.
De patiënttrigger is nu zichtbaar op het ‘Triggers voor patiënt instellen’ scherm.
Om een trigger te verwijderen, selecteer de trigger en klik op:
Klik bij het prompt op ‘Ja’ om de patiënttrigger te verwijderen.
Om een trigger te bewerken, selecteer de trigger en klik op:
U ziet nu het 'Query voor patiënttrigger bewerken’ scherm.
Maak de gewenste wijzigingen en klik op ‘OK’.
Gebruik de pijltjesknoppen om de volgorde van triggers te wijzigen. Als een patiënt onder meerdere triggers valt, wordt de bovenste trigger gebruikt.
Klik op ‘OK’ om de wijzigingen op te slaan. U zal de patiëntenkaart moeten afsluiten en opnieuw openen voordat de wijzigingen zichtbaar zijn.